Boeken, werk en pokemon
Werken in een boekwinkel is zo verkeerd nog niet. Zou je denken. De hele dag worden de meest vreemde situaties naar je hoofd gegooid.
“Misschien kun je hier vragen of ze nog iemand nodig hebben.” De moeder en zoon komen met die zin de winkel binnen. Het antwoord zal ze waarschijnlijk niet bevallen, want we zoeken niemand op het moment. Maar de jongen lijkt sowieso niet geïnteresseerd te zijn. “Hé! Hou eens op met dat stomme ding!” De moeder haalt woest uit met een tijdschrift naar de telefoon waar de jongen nog altijd naar zit te staren. “Maar mam, er zit hier een Staryu!” Een Staryu? In mijn boekwinkel? Die is goed verdwaald dan. Er is hier geen druppel water te vinden. De moeder is duidelijk niet blij met het antwoord. “Gebruik je tijd eens voor wat nuttigs en niet alleen voor dat stomme spel”, snauwt ze waarna ze op mij afstapt. “Zoeken jullie nog iemand als weekendkracht?” Ik schud mijn hoofd. “Sorry mevrouw, op dit moment hebben we meer dan genoeg handjes hier.” De moeder zucht, haar zoon heeft nog steeds niet opgekeken van zijn telefoon. “Lieverd, is er nog een boek dat je wilt voor de vakantie?” Hij schudt zijn hoofd. “Je gaat je telefoon niet de hele dag aanhebben op de camping hoor”, voegt ze er streng bij toe. Nu krijgt ze zijn aandacht. “Maar ik moet pokemon vangen”, snauwt hij ronduit onaardig. Zij schudt haar hoofd. “Dat hoeft helemaal niet, je bent alleen nog maar met je telefoon bezig. In plaats van dat je je concentreert op school of een vakantiebaantje zoekt.” “Ik heb werk mam, ik ben professioneel pokemon go-speler.” Even sta ik met mijn ogen te knipperen, hoorde ik dat nu werkelijk? Ook de moeder lijkt nogal overdonderd en wordt dan echt boos. “Nu heb ik er genoeg van. Het is leuk dat je een hobby hebt waardoor je nog eens buiten komt maar dit is belachelijk. We gaan nu naar huis en dan lever je je telefoon in.” Verder ruziënd vertrekken ze, ik vraag me af of hij die Staryu nog heeft gevangen.