Werken in een boekwinkel is zo verkeerd nog niet. Zou je denken. De hele dag worden de meest vreemde vragen gesteld.

“Maar dan heb ik nog geld over, dan kan ik ook wat voor Paulus kopen!” Het kleine meisje, ik schat een jaar of zeven, kijkt naar haar vader op. Voor hem sta ik net een cadeautje in te pakken, dus ik vermoed dat ‘Paulus’ een opa of oom is. Terwijl het kind de winkel weer in stormt zucht de vader een tikje gefrustreerd. “Ze heeft gisteren geld gehad voor haar rapport. Maar het besef van hoe geld werkt moet nog even komen”, legt hij een beetje moedeloos uit. Ondertussen klinkt de schelle kinderstem van achteren. “Paulus! Jij mag ook een stripboek kiezen!”

En dan verschijnt Paulus, helemaal blij met zijn Spiderman-stripboek dat hij van zijn grote zus krijgt. Ik kijk de vader aan. “Ach, ze weet in ieder geval wat delen is.” De man glimlacht. “Dat is ook weer waar.”